Göteborgs konstmuseum

De nadruk ligt op Scandinavische kunst, met name de periode van 1880 tot de eeuwwisseling. Opmerkelijke werken komen ook uit de 17de-eeuwse Nederlandse en Vlaamse, 18de-eeuwse Zweedse en 19de-eeuwse Romantische en Academie schilderkunst. Het Franse impressionisme en het internationale modernisme zijn andere stijlen waarin uitgebreide collecties bestaan. Naast de talrijke schenkingen wordt het bezit van het huis voortdurend uitgebreid, vooral op het gebied van de Noordse hedendaagse kunst.

Momenteel omvat de collectie van het kunstmuseum ongeveer 70.000 werken, de op twee na grootste in Zweden: schilderijen, beeldhouwwerken, installaties en videowerken, aquarellen, tekeningen en grafiek, foto's en kinderboekillustraties.

Jaarlijks trekt het huis bijna een kwart miljoen bezoekers, die door het gevarieerde aanbod van het huis worden aangemoedigd om zich intensief bezig te houden met kunst, maar ook met de conventies van het tonen, zien en interpreteren ervan. Er worden opzettelijk spanningen gecreëerd - historische en moderne werken worden naast elkaar gezet en zo "geactiveerd" om kijkgewoonten te doorbreken en opnieuw directe toegang tot kunst mogelijk te maken.

Geschiedenis van het museum

Het museum is de opvolger van de collecties van het Huis van de Oost-Indische Compagnie, waarin tegenwoordig het Stadsmuseum is ondergebracht. Het werd in 1861 opgericht en toonde aanvankelijk etnografische, historische en natuurhistorische stukken. De basis van de kunstcollectie was een schenking van de plaatselijke kunstvereniging in 1865 met werken van de schilderschool van Düsseldorf. Vanaf 1878 werd kunst systematisch aangekocht; de toenmalige conservator, Berdt Lindholm, en zijn opvolger, Axel L. Romdahl, zouden tot na het einde van de Tweede Wereldoorlog een blijvend stempel drukken op het karakter van het museum.

Ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de stad werd een prijsvraag uitgeschreven voor de inrichting van de Götaplatz, waar ook een kunstmuseum zijn ereplaats zou krijgen. Het museumgebouw van Arvic Bjerke en Sigfrid Ericson werd voltooid voor de jubileumtentoonstelling in 1923. Het is geïnspireerd op de vormentaal van de Romeinse oudheid en combineert natuursteen met de gele baksteen die typisch is voor Göteborg (en Noord-Denemarken). Het gebouw werd tweemaal uitgebreid: in 1968 met een uitbreiding van drie verdiepingen en in 1996 bij de ingang. In 2017 werden delen van het gebouw op de monumentenlijst geplaatst; het iconografische gebouw heeft een "sterke symbolische waarde" voor de stad. (Het meest omvangrijke uitbreidings- en verbouwingsproject tot nu toe is gepland voor 2023, wanneer het gebouw waarschijnlijk voor drie jaar zal moeten sluiten. Voor deze periode zijn echter alternatieve tentoonstellingsruimten beschikbaar).

Göteborg is altijd het industriële, commerciële en zakencentrum van Zweden geweest. Veel van de kunstwerken in de collectie zijn afkomstig van schenkingen van rijke burgers uit Göteborg; ook het museumgebouw zelf werd grotendeels gefinancierd door gulle schenkingen. Sinds 1942 steunt de Vereniging van Vrienden van het Kunstmuseum van Göteborg het huis; sindsdien heeft zij talrijke kunstwerken aangekocht en geschonken.
Het huis was ooit het toneel van een spectaculaire kunstroof - op 19 mei 1973 werd Matisse's Meisje in het Wit uit de lijst gesneden en gestolen; het schilderij is tot op de dag van vandaag verdwenen. De gelijktijdige poging om van Gogh's Olijfboom en Cézanne's Laan te stelen mislukte echter ook.

De tentoonstellingen

De Fürstenbergska galleriet, waarvan de bezittingen uit de jaren 1880 en 1890 inzicht geven in het "dramatische Noordse kunstleven" en het huis tot de belangrijkste galerie van Zweden voor deze periode maken, is het middelpunt van de permanente tentoonstelling, die steeds weer opnieuw wordt opgehangen. Hier vindt u ook Richard Bergh's Nordisk sommarkväll (Noordse Zomeravond) uit 1899/1900. Andere zalen zijn gewijd aan Nordisk sekelskifte (d.w.z. de eeuwwisseling rond 1900) "van de luchtige Franse openluchtschilderkunst tot de Noordse melancholie", de Göteborgse coloristen en het Zweedse modernisme.

De Aroseniuszaal toont Zweedse werken uit de nationaal-romantische periode, een stroming die als gevolg van historische omwentelingen een bijzondere uitdrukking vond in Scandinavië. De Franse collectie is gewijd aan het Impressionisme, Post-Impressionisme en het vroege Modernisme. Er is een Picasso-zaal, een zaal voor de oude meesters van 1450 tot 1750, een zaal voor de 17de eeuw, een zaal voor de 18de eeuw in Scandinavië, een beeldenzaal en de portrettenverzameling van Hjalmar Gabrielson.

Daarnaast zijn er voortdurend wisselende speciale tentoonstellingen, waarover de website van het Göteborgs Kunstmuseum informatie verschaft. U vindt er een schat aan informatie over vroegere en geplande evenementen, maar ook de uiterst praktische zoekfuncties Sök i samlingen (Zoeken in de collectie) voor informatie over de kunstwerken in de permanente tentoonstelling, en Sal för sal (Zaal per zaal), die laat zien welke werken momenteel in welke zalen te zien zijn.