Palazzo Pitti

Bijna geen enkele andere familie in de Europese geschiedenis heeft het lot van een stad in die mate bepaald als de Medici. Drie en een halve eeuw lang zouden de Medici nakomelingen een onverzadigbare honger naar macht hebben, en bijna niemand uit deze ongehoord rijke familie schuwde gewetenloosheid. De patriciërs waren de bankiers van de paus - maar ze waren ook dol op de schone kunsten. Florence heeft aan de Medici zowel tijdloze als grandioze gebouwen te danken. Een van deze getuigenissen is ongetwijfeld het Palazzo Pitti, want het was de laatste residentie in de geschiedenis van deze unieke dynastie.

De eerste eigenaar was Luca Pitti

Het Palazzo Pitti neemt een bijzondere plaats in onder de bezienswaardigheden van Florence. Als u het paleis en de musea wilt bezoeken, moet u de Ponte Vecchio oversteken. Dit is de wereldberoemde brug die de Arno overspant, die meestal lui stroomt. De naam van het gebouw houdt de herinnering levend aan de eerste eigenaar: Luca Pitti. Dat was in 1458, en Pitti was een bankier die in niets anders dan geld handelde. Honderd jaar later verwierven de Medici dit paleis. De officiële koper was Eleonora van Toledo, de echtgenote van groothertog Cosimo I.

Paleis van de Koning voor een paar jaar

Bijna twee eeuwen lang was het Palazzo Pitti een van de machtscentra van deze invloedrijke familie, die pas uit het bewustzijn van de Florentijnen verdween toen er geen afstammelingen meer waren. Vanaf dat moment was niemand minder dan de Oostenrijkse keizer Frans I de nieuwe eigenaar van het paleis, en toen de stad aan de Arno in de 19e eeuw tot hoofdstad van Italië werd verheven, was Palazzo Pitti zelfs de residentie van de regent. Ook Napoleon verbleef hier enige tijd tijdens zijn heerschappij over Italië. Na de Eerste Wereldoorlog werd de stad Florence eigenaar van het gebouw en later werden er wereldberoemde musea in ondergebracht.

Bewijs van een luxueus leven

Met zijn koninklijke woonvertrekken getuigt het historische gebouw nog steeds van de pracht en praal uit die tijd. Maar ook van het prachtige bestaan van zijn vroegere bewoners. In de 25 zalen kan de bezoeker zich een beeld vormen van het weelderige leven van luxe in Florence in die tijd. Even interessant zijn echter de uitgebreide collecties schilderijen, beeldhouwwerken en voorwerpen uit verschillende kunststromingen. Het museumcomplex is een bestemming voor bezoekers uit de hele wereld. De Galleria Palatina verdient speciale aandacht. In de Middeleeuwen was het de galerij van de familie Medici. Vandaag worden hier werken van Titiaan, Rubens, Rafaël en Correggio tentoongesteld.

De "Medici Schatkist

Ook de rijkdom van de voorwerpen die in de zogenaamde kostuumgalerij worden tentoongesteld, is verbazingwekkend. Ongeveer 6.000 kostuums uit verschillende periodes van Florence en Italië worden hier gepresenteerd. Sommige van deze kostuums en accessoires komen uit de collecties van belangrijke theaters. Dit is het enige museum in zijn soort ten zuiden van de Brenner. De Galerij voor Moderne Kunst is gewijd aan schilderijen en beeldhouwwerken uit de periode tussen de 18e eeuw en de Tweede Wereldoorlog. Het Zilvermuseum is eigenlijk de "Medici schatkamer". De superrijke familie verzamelde eeuwenlang ivoren vazen, mozaïeken, kristallen, porselein uit Japan en kostbare juwelen.

Een tuin met grotten en meren

Het porseleinmuseum en het koetsmuseum in Palazzo Pitti behoren ook tot de belangrijkste collecties van Europa. De tentoonstellingen in deze historische omgeving zijn voor de bezoekers als een reis door de hedendaagse geschiedenis. Het paleis in de wijk Oltrarno wordt omringd door de Boboli-tuin, die zich uitstrekt over 45.000 vierkante meter met zijn talrijke fonteinen, meren, grotten en parkachtige groene ruimten. Bovendien is het Palazzo Pitti verbonden met het Palazzo Vecchio via een loopbrug, de Vasari Corridor. Het dateert uit de Romeinse tijd en werd al in 1218 voltooid. De voorgevel van het paleis werd bekleed met keien uit de steengroeve van de Boboli-tuinen.

Palazzo Vecchio

690 m