Rubens Huis

Rubenshuis - huis en werkplaats van de barokschilder

Rode baksteen, trapgevels, witte zandsteen en rondboogvensters zijn slechts enkele kenmerken van dit opvallende gebouw aan de Wapper, een plein in het centrum van Antwerpen. In 1610 had Peter Paul Rubens het huis gekocht en herbouwd volgens zijn eigen plannen. Hij werd geïnspireerd door Italiaanse Renaissance palazzi. De Vlaamse stijl is tot op heden bewaard gebleven.

Rubens woonde in het huis na de renovatiewerkzaamheden tot aan zijn dood. Het diende als woning voor hem, zijn eerste vrouw Isabella Brant en zijn tweede vrouw Helene Fourment. Zijn kinderen groeiden ook op in dit huis. Tegelijkertijd ontving de schilder, die tijdens zijn leven al beroemd was, hier belangrijke, zelfs koninklijke gasten, onder wie Maria de Medici.

De studio ernaast was een drukte van belang. Veel van de werken van de schilder zijn hier gemaakt. Op het hoogtepunt van zijn carrière kon Rubens de opdrachten niet meer alleen aan en nam daarom andere kunstenaars in dienst die in zijn stijl werkten. In de werkplaats hebben de werknemers ongeveer 2.500 schilderijen op paneel en doek vervaardigd. In het meesteratelier op de eerste verdieping daarentegen werkte de kunstenaar zelf.

Het Museum

Het huis bleef in privé-bezit tot 1937, toen het werd aangekocht door de stad Antwerpen. Na restauratiewerkzaamheden, die aanvankelijk werden onderbroken door de Tweede Wereldoorlog, werd het museum in 1946 geopend.

Vandaag kunnen bezoekers er vele werken van Rubens en andere meesters uit zijn tijd bewonderen. Daartoe behoren een van zijn vroegste werken "Adam en Eva in het paradijs" in het grote atelier en een van de beroemdste zelfportretten. Het werk in de eerste voorraadkamer toont de kunstenaar op de leeftijd van ongeveer vijftig jaar.

De bijzondere aantrekkingskracht van het museum is echter dat niet alleen de schilderijen van Rubens er te bewonderen zijn, maar dat de bezoekers zich ook op de plaats bevinden waar hij heeft gewerkt. Zowel het huis als het atelier zijn te bezichtigen, en bezoekers kunnen door de kamers wandelen waarin de schilder woonde en werkte. De kamers zijn ingericht naar het origineel en vele schilderijen uit Rubens' privé-collectie bevonden zich reeds op dezelfde plaats in zijn tijd.

De permanente tentoonstelling toont de indrukwekkende verzameling werken van Rubens en zijn collega's. Het wordt regelmatig aangevuld met waardevolle tijdelijke tentoonstellingen gewijd aan de Vlaamse schilderkunst en de barok.

Prachtige Renaissance tuin

Ook de tuin is de moeite waard: hoewel hij pas in 1993 en 2001 werd aangelegd, is het een prachtige renaissancetuin. Aangezien het exacte uiterlijk niet is overgeleverd, werd de tuin aangelegd zonder betrouwbare historische bronnen. Het was echter gemodelleerd naar Ruben's schilderij "Wandeling in de tuin". De tuin was een grote speelplaats voor Rubens' kinderen en vandaag, net als toen, een oase van rust midden in het centrum van de stad.

Het pronkstuk van de tuin is het paviljoen, dat Rubens zelf ontwierp en dat tot op heden in deze vorm bewaard is gebleven. Ook de boog is bewaard gebleven volgens de ontwerpen van Rubens. Dit imposante werk verbindt de woning met het atelier en biedt een mooi uitzicht op de tuin. Het is bezet door twee Romeinse godheden: Mercurius, de god van de schilders, en Minerva, de godin van de wijsheid.

Peter Paul Rubens - Meester van de Barok Schilderkunst

Rubens werd in 1577 geboren in Siegen, dat in die tijd tot het Huis Nassau behoorde. De gerespecteerde Antwerpse patriciërsfamilie was daar in ballingschap wegens religieuze vervolging. Op tienjarige leeftijd keerde hij met zijn moeder terug naar Antwerpen na de dood van zijn vader. Na zijn Latijnschool wijdde Rubens zich aan de kunst en volgde een opleiding tot schilder. Na enkele jaren in Italië te hebben doorgebracht, keerde hij terug naar Antwerpen, werd hofschilder en klom snel op tot een gerespecteerd schilder die veel opdrachten kreeg van de hogere klasse. Afgezien van enkele verblijven in het buitenland, bracht Rubens zijn leven door in Antwerpen. In 1640 stierf hij aan jicht in zijn huis.