1. Home
  2.  › 
  3. Frankrijk
  4.  › 
  5. Parijs

Invaliditeit

De kathedraal van Invalides, in het Frans Hotel des Invalides, is een van de beroemdste gebouwen van Parijs. Het is gelegen in het zevende arrondissement van de Franse hoofdstad, ten zuiden van de Seine. Als u over de brug Pont Alexandre III komt, is de gouden koepel van de kathedraal direct te zien. Het werd gebouwd door Lodewijk XIV, die het liet ontwerpen als een tehuis voor voormalige soldaten.

Bouw en oorspronkelijk gebruik

Tegen het einde van de 17e eeuw werd de Franse koning geconfronteerd met een probleem: Vele oorlogen hadden tal van soldaten als invaliden achtergelaten, die vervolgens niet meer in staat waren hun oude beroep en leven weer op te pakken. Lodewijk werd waarschijnlijk door twee factoren gedreven in zijn beslissing om de kathedraal van de Invalides te bouwen: In de eerste plaats had hij medelijden en sympathie voor de soldaten die bereid waren hun leven op te offeren voor hun land en zichzelf. Ten tweede werden de dakloze en berooide soldaten een probleem voor de samenleving. Zij waren door de oorlogsinspanningen op geweld voorbereid en hadden een opleiding over talrijke wapens gekregen. Ze zwierven vaak als bendes door het land en beroofden burgers om te overleven.

Lodewijk nam plannen uit de Middeleeuwen als voorbeeld, waar werd voorgesteld om gewonden in kloosters onder te brengen. Hij liet Liberal Bruant en Jules Hardouin-Mansart een faciliteit ontwerpen die uitgebreide zorg kon bieden aan de invaliden. Een groot, centraal gebouw moest dienen als gedenkteken voor gesneuvelde soldaten. Woningen en werkplaatsen werden gebouwd in een rechthoek rond de centrale koepel.

De werkplaatsen werden zo ingericht dat de gewonde soldaten er hun werk konden blijven doen en zo hun onderkomen en provisie met werk konden terugbetalen. Er werden ook regelmatige kerkdiensten gepland. In totaal is het complex 390 meter bij 450 meter groot.

De transformatie van de kathedraal van Invalides

De kathedraal van Invalides, het centrale gebouw van het complex, werd oorspronkelijk alleen als kerk gebruikt. De "Chapelle Royale des Invalides" was ontworpen om twee kerken te herbergen: één werd gebruikt voor bezoekers, de andere voor de bewoners van het complex.
Toen Napoleon Bonaparte in 1821 in ballingschap op het eiland Sint-Helena stierf, gaf hij te kennen dat hij aan de oevers van de Seine begraven wenste te worden. Aanvankelijk weigerde Engeland deze wens, maar in 1840 kon de Franse monarchie Napoleon toch zijn laatste wens inwilligen. De kathedraal van Invalides werd vervolgens herbouwd en er werd een zijkapel opgegraven. De sarcofaag waarin Napoleon nu nog begraven ligt, bevindt zich enkele meters onder de eigenlijke vloer van het gebouw en is ondergebracht in een cirkelvormige opgraving. Bezoekers kunnen via trappen afdalen naar het niveau van de sarcofaag, waar twaalf zuilen zijn aangebracht die de belangrijkste overwinningen van Napoleon uitbeelden.

Ook de broers en de zoon van Napoleon liggen in de kathedraal van Invalides begraven, evenals enkele beroemde Franse generaals. Ferdinand Foch en Henri Giraud zijn twee van deze generaals.
De kwartieren voor de invalide soldaten worden vandaag niet meer gebruikt en de kathedraal van Invalides is vooral een toeristische trekpleister. Met zijn grote gouden koepel die eindigt in een lange torenspits, is de kathedraal van Invalides een van de beroemdste en opvallendste gebouwen van Parijs en kan onmiddellijk worden herkend wanneer men in de stad rondkijkt.

s Nachts wordt het gebouw verlicht met een warm oranjegeel licht.