1. Home
  2.  › 
  3. Frankrijk
  4.  › 
  5. Parijs

Catacomben van Parijs

Tunnelsysteem onder Parijs met miljoenen skeletten

De catacomben van Parijs zijn waarschijnlijk het bekendste ondergrondse netwerk ter wereld. Het vertrekpunt van de catacomben is het ossuarium aan de Avenue du Colonel Henri Rol-Tangy in de Quartier de Petit-Montrouge. Het is gelegen in het 14e arrondissement van Parijs, in het zuiden van de Franse hoofdstad. De daar opgestapelde beenderen van overleden Parijzenaars zorgen voor een griezelige sfeer en zijn een populaire toeristische attractie.

Oorsprong van de catacomben

Voordat de catacomben als ossuarium werden gebruikt, bevonden zich er steengroeven. Reeds vóór de geboorte van Christus werden daar bouwmaterialen vandaan gehaald voor de bouw van de gebouwen van de stad. Naast stenen voor wegen of muren werden ook materialen als gips en klei uit de groeven gehaald. In het begin vond de winning van de materialen nog in de open lucht plaats, maar na verloop van tijd werd het noodzakelijk de diepte in te gaan om nieuwe grondstoffen te vinden. Daarom werd de mijnbouw vanaf de 12e eeuw uitgevoerd in schachten die tot 35 meter diep waren.

Beetje bij beetje werden de ondergrondse groeven zo lange gangen die zich naar het centrum van Parijs bewogen. Vandaag de dag is het netwerk van tunnels die door de winning van het gesteente zijn ontstaan, meer dan 300 kilometer lang. Alle arrondissementen, behalve de districten één tot en met vier, werden op deze manier ondermijnd. Er werden ook hulptunnels gegraven, die nog eens 100 kilometer langer zijn, om de doeltreffendheid van de groeven te onderzoeken. In totaal bereiken de tunnels onder de stad een lengte van 400 kilometer.
Onder de Parijse bevolking heerste grote ongerustheid dat de steengroeven zouden kunnen leiden tot het instorten van gebouwen. Het bestuur van de stad begon tegenmaatregelen te zoeken. Intussen werd voorgesteld de enorme holten opnieuw te vullen, maar er werd geen oplossing gevonden en het voorstel werd terzijde geschoven.

Uiteindelijk is er inderdaad schade aan wegen en gebouwen ontstaan door het uithollen van de ondergrond. In 1785 werd de winning van het gesteente stopgezet en werden de steengroeven gesloten. Tegelijkertijd werden vele begraafplaatsen in het centrum van Parijs gesloten en de stoffelijke resten van de daar begraven mensen hadden een nieuwe rustplaats nodig. Daarom werd besloten de beenderen in de groeven te plaatsen. Het is begonnen bij de ingang van de voormalige tunnels. Tegenwoordig heeft deze plek de bijnaam "Barriere d'enfer", wat vertaald kan worden als "barrière naar de hel".

Actief gebruik voor begrafenis

Vanaf 1785 werden daar dan voortdurend beenderen van overledenen bijgezet. De slechte hygiënische situatie in de Franse hoofdstad werd nog verergerd door de overbevolking van de begraafplaatsen. Lichamen konden slechts zo kort op de begraafplaatsen worden begraven dat zij halfdood weer moesten worden opgegraven. Veel bewoners van begraafplaatsen werden ernstig ziek en klaagden over de vreselijke stank. Daarom werd besloten vele begraafplaatsen volledig op te heffen en de beenderen voortaan naar de catacomben over te brengen.

De toestand van vandaag

Vandaag de dag zijn de catacomben van Parijs wereldberoemd als toeristische attractie. Ongeveer twee kilometer van de voormalige tunnels is nu toegankelijk als museum, waarvan de ingang zich op de Place Denfert-Rochereau bevindt. Afgezien van het museum zijn de catacomben echter gesloten voor burgers; alleen bevoegde stadswerkers mogen de rest van de catacomben betreden, omdat deze ook worden gebruikt als plaats voor aanvoerlijnen.

Zelfs vandaag de dag zijn veel van de tunnels nog niet volledig verkend en bestaat er geen volledige kaart van de catacomben. Toch zijn er altijd mensen die zonder toestemming het enorme netwerk betreden. De "catafielen", zoals zij in Parijs worden genoemd, nemen daarbij een groot risico, omdat de uitgang moeilijk te vinden is in het kluwen.